Wijziging pachtersvoordeel, met name binnen familie

Eind 2018 heeft de staatssecretaris van Financiën het besluit op het terrein van de fiscale behandeling van ondernemers in de agrarische sector geactualiseerd.

Op pachtgebied is er omtrent de behandeling van het pachtersvoordeel een en ander veranderd. De voordelen die er tot nu waren worden ingeperkt.

Uit het besluit van de staatssecretaris is de wijziging als volgt geformuleerd.

Een pachtersvoordeel ontstaat doordat een pachter de door hem op zakelijke basis gepachte landbouwgrond in eigendom verkrijgt voor een prijs beneden de waarde die daaraan in vrij opleverbare staat is toe te kennen. Het voordeel bestaat uit het verschil tussen de waarde van de grond in vrije en in verpachte staat op het moment van verkrijging van de grond. Dit voordeel wordt in de heffing van de inkomstenbelasting betrokken voor zover het later wordt gerealiseerd. In het besluit van 13 oktober 2010, nr. DGB2010/1981M, werd het beleid inzake het eerste en tweede pachtersvoordeel uiteengezet. Een eerste pachtersvoordeel ontstaat als de pachter die de grond in eigendom verkrijgt, niet behoort tot de familiekring van de verpachter.

Onder de familiekring wordt in dit verband verstaan:

  • de echtgenoot of echtgenote;
  • de eigen kinderen of stiefkinderen, pleegkinderen of kleinkinderen;
  • de echtgenoten van de onder b bedoelde kinderen;
  • de bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van de zijlinie.

Een tweede pachtervoordeel ontstaat als de pachter die de grond in eigendom verkrijgt, behoort tot de hierboven omschreven familiekring van de verpachter.

In het besluit van 13 oktober 2010, nr. DGB2010/1981M was een goedkeuring opgenomen die in het geval van een eerste pachtersvoordeel het moment van heffing uitstelde. Bij het tweede pachtersvoordeel was het mogelijk dat de belastingclaim bij de voormalige pachter, na ommekomst van vijf jaren kwam te vervallen. Met het vervallen van dat besluit zijn ook die goedkeuringen komen te vervallen. Voor bedrijfsoverdrachten biedt de Wet IB 2001 en de Successiewet 1956 namelijk voldoende fiscale begeleiding. Een ruimere tegemoetkoming waarbij de belastingclaim op het pachtersvoordeel vervalt, is bovendien niet meer te rechtvaardigen.

Overgangsregeling

De belastingplichtige/pachter die het juridisch eigendom van grond met pachtersvoordeel uiterlijk op 30 juni 2019 in zijn bezit heeft, kan nog gebruikmaken van de goedkeuringen van onderdeel 2 uit het vervallen besluit van 13 oktober 2010, nr. DGB2010/1981M. De voorwaarden bij deze goedkeuring uit dit vervallen Landbouwbesluit van 13 oktober 2010 blijven daarbij onverkort van toepassing.

Van de overgangstermijn die er is tot 30 juni aanstaande kan nu volop gebruik worden gemaakt. Binnen familieverband kan het raadzaam zijn de gepachte grond voor deze datum juridisch over te laten gaan aan de pachter. Externe verpachters worden gepolst of zij niet voor deze tijd hun gronden willen verkopen aan de zittende pachter. In de praktijk leidt dit tot extra taxaties en de begeleiding bij de bemiddeling tussen eigenaar en pachter. Mocht bij u een mogelijkheid bestaan om nog gebruik te maken van de overgangsregeling, neem gerust contact met ons op voor nader advies.

Voor meer informatie kunt u uiteraard met een van ons contact opnemen.

Cornelis Lokker en Ronny Vette

Deel dit artikel