Stikstofdepostie op Stikstofgevoelige Natura2000 gebieden brengt sinds mei 2019 veel onduidelijkheid en onzekerheid voor de agrarische bedrijven. In de politiek lijken meningen en feiten moeilijk te onderscheiden. Het stikstofprobleem en de mogelijke oplossingsrichtingen baart veel ondernemers en gezinnen zorgen. Dat is met vele acties en demonstraties goed duidelijk gemaakt. Goed ook dat de partijen nu samen in het Landbouwcollectief toch de krachten bundelen, hoe lastig dat ook is.
Welke politieke keuzen ook worden gemaakt, het is voor u als ondernemer van belang inzicht te hebben in de ‘vergunde situatie’ (referentie) voor uw bedrijf. Sluit de referentie aan bij de huidige situatie? Daarnaast moet bij vergunningverlening de stikstofdepositie van de te vergunnen situatie vergeleken worden met de referentie. Hiermee kan worden bepaald of er wel of geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. In dit artikel wordt ingegaan op de referentiesituatie die geldt voor bepaalde bedrijfssituaties.
Referentiesituatie
Om te bepalen of een nieuw plan wel of geen toename van stikstofdepositie veroorzaakt op een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied is het nodig om de uitgangssituatie (referentiesituatie) van het bedrijf te bepalen. Dit geldt ook voor bedrijven die eerdere aanpassingen hebben gedaan, maar nog geen benodigde natuurvergunning hebben voor de reeds bestaande situatie.
Oplossingsrichtingen
In dit artikel wordt niet ingegaan op mogelijke oplossingsrichtingen voor bedrijven, waarbij de referentiesituatie niet aansluit bij de huidige situatie of toekomstige wensen. Daarover is op dit moment helaas nog veel onduidelijkheid. Wanneer hierover meer bekend is, zullen wij hier uiteraard over schrijven.
Natuurvergunning of aanwijsdatum Natura 2000-gebied
De referentiesituatie is een onherroepelijke natuurvergunning of, als het bedrijf deze niet heeft, het aantal dieren dat gehouden mocht worden, op de datum waarop de desbetreffende Natura 2000-gebieden zijn aangewezen.
Onherroepelijke natuurvergunning
Bedrijven die een onherroepelijke natuurvergunning hebben (vóór of tijdens het PAS), kunnen deze vergunning als uitgangspunt nemen. Ruimte die wel vergund is, maar nog niet gerealiseerd (latente ruimte) kan nog worden gerealiseerd, indien alle benodigde vergunningen (o.a. milieu en bouwen) verleend zijn of kunnen worden. Bij nieuwe activiteiten geldt deze natuurvergunning als uitgangspunt.
PAS-VERGUNNING: BINNEN 2 JAAR REALISEREN
In natuurvergunningen, die onder het PAS zijn verleend, is een voorschrift opgenomen dat de vergunning binnen twee jaar gerealiseerd moet zijn. Hierdoor kan deze vergunning na twee jaar (gedeeltelijk) worden ingetrokken indien de uitbreiding, waarvoor ontwikkelingsruimte (stikstof) geclaimd is, niet (volledig) is gerealiseerd (stalcapaciteit en dieren). Het kabinet heeft provincies opgeroepen om hierop te handhaven.
GELDT SOMS OOK VOOR ANDERE NATUURVERGUNNINGEN
Ook in natuurvergunningen van voor het PAS is soms een realisatietermijn opgenomen. Ook deze vergunningen zouden (deels) ingetrokken kunnen worden, indien er nog latente ruimte aanwezig is.
Aanwijsdatum Natura 2000-gebied
Bedrijven die geen natuurvergunning hebben, vallen terug op een referentie uit het verleden. Deze referentie wordt gebaseerd op de stikstofdepositie van het aantal dieren dat op basis van een melding of milieuvergunning gehouden mocht worden, op de datum waarop een Natura 2000-gebied is aangewezen.
Aanwijsdatum
Voor de Natura 2000-gebieden (Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) gelden de volgende aanwijsdata:
- 7 december 2004 voor Habitatrichtlijngebieden, of later als een gebied later is aangewezen.
- 10 juni 1994 voor Vogelrichtlijngebieden, of later als een gebied later is aangewezen.
Er is op de website van de Rijksoverheid een overzicht van de aanwijsdata van de Habitat- en Vogelrichtlijngebieden binnen alle Natura 2000-gebieden. Sommige Vogelrichtlijngebieden zijn aangewezen vóór 10 juni 1994, maar voor deze Vogelrichtlijngebieden geldt in dit kader ook de datum van 10 juni 1994.
Lagere referentie
Indien er na bovengenoemde referentiedata een melding Activiteitenbesluit of omgevingsvergunning (milieu) van toepassing is, die leidde tot een lagere ammoniakemissie en daardoor een lagere stikstofdepositie, dan is deze situatie het uitgangspunt voor de referentie.
Referentiesituatie ook voor…
Ook de volgende bedrijven vallen terug op één van de bovengenoemde referentiesituaties:
- Bedrijven met een verleende PAS-natuurvergunning waartegen een bezwaar-of beroepsprocedure loopt of liep en die worden/zijn geweigerd naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State.
- Bedrijven die een natuurvergunning hebben aangevraagd, maar die nu niet wordt verleend vanwege een toename van de stikstofdepositie.
- Bedrijven met een vervallen PAS-melding of -vrijstelling, die uiteindelijk niet gelegaliseerd kunnen worden.
Conclusie en advies
Het is voor ieder bedrijf wenselijk om de uitgangssituatie (referentie) in beeld te krijgen. Op basis hiervan kan worden bepaald of er sprake is van een toename van de stikstofdepositie en of een bedrijf een (nieuwe) natuurvergunning nodig heeft. Op dit moment kan echter in veel gevallen nog geen natuurvergunning worden verleend, indien er sprake is van een toename van de stikstofdepositie. Deze bedrijven zullen de ontwikkelingen in de komende periode moeten afwachten.
Verdere planningen
Begin december: Tussenadvies Commissie Remkes over beweiden en bemesten
Komende maanden: Regeling voor vrijwillige, warme sanering van landbouwbedrijven. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State
Januari 2020: Advies Commissie Remkes voor systematiek voor de lange termijn (o.a. over vrijgeven ontwikkelingsruimte) en aanvullende maatregelen.
Elly Brouwer,
Ruimtelijke Ontwikkeling Buitengebied,
06 1700 52 41,
Elly@brouweragrarischadvies.nl