Salderingsregeling wordt afgebouwd

Na een uitstel van enkele keren/ jaren heeft minister Wiebes van Economische Zaken nu definitief besloten om de salderingsregeling te gaan afbouwen. Vooral voor de eigenaren van zonnepanelen is dit nadelig. De afbouw gaat in 2023. Jaarlijks mag er dan 9% minder worden gesaldeerd. In dit artikel wordt verder vooral uitgegaanvan de productie van duurzame elektriciteit van zonnepanelen. De minister heeft advies gevraagd aan de Raad van State. Vervolgens vindt er een behandeling in de 2de kamer plaats.

Salderen


Salderen houdt in dat de meer productie in de zomerperiode kan worden verrekend met de minder productie in de winderperiode. Dit kan allen worden toegepast door “klein verbruikers”, dit zijn bedrijven/particulieren met een maximale aansluitwaarde van 3 x 80 A. Er is geen relatie met het totale verbruik. In figuur 1 is de saldering weergegeven. In het figuur betreft dit deel B dat verrekend kan worden met deel C.
Figuur 1. Overzicht van de productie en verbruikspatroon.

Bij de bepaling van het aantal panelen werd/wordt dit daarom vaak afgestemd op het totale verbruik op jaarbasis. Hierdoor dienen er “netto” geen elektriciteit te worden aangekocht en dus ook geen energiebelasting te worden betaald. De Rijksoverheid mist hierdoor dus inkomsten.

De afbouw


De afbouw gaat in 2023. Jaarlijks mag er in de periode van 2023-2030 9% per jaar minder worden gesaldeerd. In het jaar 2031 wordt de saldering volledig afgebouwd. In oorspronkelijk plannen van de minister zou de afbouw nog sterker zijn geweest, nl. 11% per jaar. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de percentages die in de komende jaren mogen worden toegepast.

Tabel 1. Overzicht van de definitieve afbouw per kalenderjaar.

Kalenderjaar Deel in de saldering.
2023 91%
2024 82%
2025 73%
2026 64%
2027 55%
2028 46%
2029 37%
2030 28%
2031 0%

Gevolgen

Er zijn een aantal gevolgen van de aanpassing. De belangrijkste daarvan zijn hierna weergegeven.

  1. De terugverdientijd wordt langer. Hierbij speelt het jaar waarin de investering in de zonnepanelen heeft plaats gevonden een rol. Is dit al 5 jaar of langer geleden, dan is het effect (zeer) beperkt. Belangrijk is ook de mate waarin de productie overeenkomt met het verbruik. In een aantal sectoren, zoals bv de akkerbouw, is het beeld vaak omgekeerd. De terugverdientijd kan dan wel enkele maanden tot jaren langer worden blijkt uit een onderzoek van TNO.
  2. Voor de productie van elektriciteit, die op het net wordt ingevoerd , wordt er een vergoeding ontvangen van de energieleverancier van 80% van het leveringstarief. Dit wordt een “redelijke vergoeding” genoemd. De minister gaat dit in de wet vastleggen. Dit deel wordt met de afbouw elk jaar groter. Dit betekent dat er ook afspraken met uw energieleverancier moeten worden gemaakt. Op dit moment is dit veelal 70% van de APX-prijs.
  3. Het kan noodzakelijk zijn dat uw meetinrichting moet worden aangepast. De meetinrichting moet in staat zijn om het in het net ingevoerde deel en de afname van elektriciteit apart te meten. Het wordt verplicht om een dergelijke meetinrichting te hebben.

Heeft u vragen of opmerkingen over bovenstaand, neem dan contact op met ondergetekende.

Jan Withagen
Algemeen Projectmanager duurzame energie
jan@withagenpena.com
tel: 0032 477 905 480

Deel dit artikel