Pilot controles uitvoering Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) gestart
De provincies hebben een gezamenlijke aanpak ontwikkeld, ‘Aanpak Tweejaarstermijn Programma Aanpak Stikstof (PAS)’. In het eerste kwartaal van 2018 wordt deze in een pilot getest. Met het Programma Aanpak Stikstof (PAS) bewaken de provincies het evenwicht tussen natuur en het toestaan van economische activiteiten. Na evaluatie van de pilot in april, gaan de provincies de aanpak regulier uitvoeren.
Economische activiteiten met een grotere stikstofdepositie dan de vastgestelde waarde voor een Natura-2000 gebied dat door deze activiteit wordt beïnvloed, hebben een vergunning nodig op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb). Als de provincie een Wnb vergunning afgeeft, verstrekt de provincie daarbij ook een hoeveelheid ontwikkelingsruimte, in feite de toegestane stikstofdepositie.
Bij het ingaan van het PAS op 1 juli 2015, hebben de provincies afgesproken dat economische activiteiten die een Wnb vergunning met ontwikkelingsruimte krijgen, binnen twee jaar moeten zijn gerealiseerd. Als dat niet of niet helemaal is gelukt, kunnen de provincies de verstrekte ontwikkelingsruimte geheel of gedeeltelijk intrekken. Er zijn verschillende redenen voor de provincies om onbenutte ontwikkelingsruimte in te trekken. Als de natuur verder onder druk is komen te staan, kan ingetrokken ontwikkelingsruimte niet opnieuw voor economische activiteiten worden uitgegeven, wat de stikstofdepositie blijvend beperkt en de natuur ten goede komt. Een andere reden kan juist zijn dat ontwikkelingsruimte schaars is en dat de provincie ingetrokken ontwikkelingsruimte wil benutten voor het toestaan vannieuwe economische activiteiten die anders niet zouden kunnen doorgaan.
Controles veehouderijbedrijven
Ruim twee jaar na de invoering van de PAS willen de provincies met de pilot ervaring opdoen met het intrekken van ontwikkelingsruimte en het controleren in hoeverre initiatiefnemers hun economische activiteiten inderdaad binnen twee jaar hebben gerealiseerd. Het pilotproject is vooral gericht op veehouderijbedrijven, omdat Wnb vergunningen met ontwikkelingsruimte vooral voor dit soort bedrijven zijn afgegeven.
Bij de controles stelt de provincie vast in hoeverre het initiatief is gerealiseerd. Bij volledige realisatie zal de provincie de situatie aanmerken en registreren als akkoord. Bij geen of onvolledige realisatie zal de provincie de situatie aanmerken als niet akkoord, in principe gevolgd door een brief aan het betreffende bedrijf met het voornemen om de verstrekte ontwikkelingsruimte geheel of gedeeltelijk in te trekken. Hierbij krijgt het bedrijf de mogelijkheid om binnen een door de provincie bepaalde termijn op het voornemen te reageren door het indienen van een zogenoemde zienswijze. Vervolgens beoordeelt de provincie deze zienswijze. Afhankelijk van de situatie en onderbouwde zienswijze kan deze beoordeling leiden tot een besluit van de provincie om een extra termijn te geven om het initiatief alsnog te realiseren, dan wel een besluit om geen extra termijn te geven en de verstrekte ontwikkelingsruimte geheel of gedeeltelijk in te trekken. Afhankelijk van de afspraken in een provincie voeren toezichthouders van de provincie zelf de controles uit of wordt dit gedaan door toezichthouders van de regionale uitvoerings- of Omgevingsdienst namens de provincie.
Heeft u in de beginperiode van de PAS een vergunning aangevraagd en verleend gekregen? Controleert u dan nu zelf hoever u bent met de realisering. Als er een controle komt bent u voorbereid. Heeft u hierover vragen neemt u dan contact met me op.
Elly Brouwer,
Ruimtelijke Ontwikkeling Buitengebied,
06 1700 52 41,
Elly@brouweragrarischadvies.nl