Grondmonsters en overgangsregeling

Vanaf 1 januari 2021 is de bepaling van de fosfaattoestand van landbouwgrond gewijzigd. De fosfaattoestand van een perceel moet vanaf dan bepaald worden op basis van het PAL-getal en het P-PAE-getal. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de “oude monsters” nog gebruikt worden.

Overgangsregeling

Bij de nieuwe methode van bepaling van de fosfaattoestand van landbouwgrond kan de fosfaattoestand anders uitpakken dan bij de oude methode (met Pw- of PAL-getal). Kijk met behulp van onderstaande tabellen of dit bij u het geval is. Grondmonsters die uiterlijk 31 december 2020 zijn genomen, mogen ook met de oude methode gebruikt worden voor de fosfaatdifferentiatie. U kunt dus kiezen voor de oude of nieuwe methode. De fosfaatdifferentiatie gaat over de bepaling van de fosfaattoestand van een perceel welke met de gecombineerde opgave wordt opgegeven. Een grondmonster mag normaal op 15 mei 2021 niet ouder zijn dan vier jaar. In 2021 mag u als uitzondering ook analyses gebruik van vijf jaar oud, dus vanaf 16 mei 2016. Voor derogatiemonsters blijft de termijn van vier jaar van toepassing.

Topografisch perceel

De fosfaattoestand moet per topografisch perceel worden bepaald. Als hiervoor meerdere grondmonsters nodig zijn, moeten alle monsters of voldoen aan de oude methode of allemaal aan de nieuwe methode.

Fosfaatarme gronden

Voor fosfaatarme gronden (toestand “arm”) geldt een andere overgangsregeling! Hier kan alleen een oud grondmonster gebruikt worden als de analyse uiterlijk 15 mei 2020 bekend was en in de Gecombineerde Opgave is aangegeven dat gebruik wordt gemaakt van de hogere fosfaatnorm van 120 kg per ha. Dit monster moet gestratificeerd zijn en niet ouder dan vier jaar.

 

Bram den Hollander
bram@idv-advies.nl
06-22 81 61 15.

Deel dit artikel